Arbeidsovereenkomst waterdicht? Het belang van een juiste formulering.
Week 39-2014
Aanbevolen: lees de uitspraak in pdf-formaat
Deze week benadrukken we het belang van een goede arbeidsovereenkomst. Het ontbreken van bijvoorbeeld een goed geformuleerde non-concurrentiebepaling kan leiden tot vervelende gevolgen voor de werkgever. In deze zaak spelen meer factoren een rol, maar wij zullen ons in deze bijdrage beperken tot het bespreken van de non-concurrentiebepaling. Wat was er aan de hand?
Werknemer is als grafisch vormgever in dienst bij werkgever, een reclame- en adviesbureau. In maart 2011 zegt werknemer de arbeidsovereenkomst op, die 30 april 2011 eindigt. Voordat werknemer zijn arbeidsovereenkomst opzegt heeft hij zichzelf een digitaal bestand met klantgegevens van werkgever toegestuurd. Werkgever stuurt werknemer op 18 april 2011 een brief en vraagt daarin dit bestand te vernietigen en niet te gebruiken.
Op 2 mei 2011 start werknemer een eigen onderneming die zich toelegt op grafisch ontwerp van huisstijlen, brochures, websites en dergelijke. In het kader van zijn onderneming voert werknemer opdrachten uit van derden die eerder door werkgever werden bediend.
Werkgever is hier niet blij mee en vordert bij de rechter dat werknemer geen werkzaamheden meer zal verrichten voor huidige of gewezen opdrachtgevers van werkgever. Werknemer stelt daar tegenover dat hij niet gebonden is aan wat door werkgever wordt beschouwd als concurrentiebeding.
Wat vindt de rechter?
Voorop staat dat ieder beding dat een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op een bepaalde wijze werkzaam te zijn, schriftelijk moet worden overeengekomen. Dit volgt uit artikel 7:653 lid 1 BW. Werkgever stelt dat dit is gebeurd en wijst op de volgende bepalingen in de arbeidsovereenkomst: Indien werknemer betaalde of niet-betaalde arbeid bij of voor derden gaat verrichten, dient hij voorafgaand schriftelijk toestemming van de werkgever te hebben en Het is werknemer niet toegestaan om rechtstreeks voor opdrachtgevers van [–] B.V. te werken. Ook niet voor tussenpersonen of ontwerpbureaus die relaties hebben met deze opdrachtgevers.
Deze bepalingen vermelden niet dat zij bestemd zijn om te gelden na het einde van de arbeidsovereenkomst of dat hun werking na het einde daarvan, gedurende kortere of langere tijd, voortduurt. De rechter oordeelt dan ook dat aan de hierboven genoemde eis van schriftelijkheid niet is voldaan. Tussen partijen is daarom geen bindend non-concurrentiebeding overeengekomen en de aangehaalde bepalingen beperken de werknemer niet in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op een bepaalde wijze werkzaam te zijn. Werkgever stelt nog dat werknemer uit deze bepalingen had moeten begrijpen dat er voor hem na het einde van de arbeidsovereenkomst ook een beperking zou gelden. Deze stelling strookt niet met de bescherming die de genoemde eis van schriftelijkheid de werknemer biedt, aldus de rechter.
De rechter zet dan ook een streep door de vordering van werkgever.
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >