Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Bikerboa brekebeen

Week 09-2021

Een boa bij een gemeente wilde graag bikerboa worden en mocht hiervoor een meerdaagse training volgen. Tijdens de tweede trainingsdag werd er geoefend om met de fiets van een stationstrap af te dalen. Maar hierbij kwam hij ten val en brak zijn hielbeen. Als gevolg hiervan kon hij zijn werk als boa niet meer uitoefenen. Daarom zette zijn werkgever – de gemeente – hem in als administratief medewerker.

De gemeente erkende dat het ongeval was aan te merken als een dienstongeval maar erkende hiervoor geen aansprakelijkheid omdat zij haar zorgplicht naar de boa niet geschonden had. Zij had alle maatregelen getroffen die redelijkerwijs van haar konden worden gevergd.

Schond de gemeente haar zorgplicht?
De gemeente had voor de opleiding een gekwalificeerd bedrijf ingeschakeld dat trainingen verzorgde aan o.a. de politie en gemeenten. De biketraining werd gegeven door een gekwalificeerde sportinstructeur. Voorafgaand aan elke biketraining was een intest gedaan die bestond uit een fysiek-motorisch (behendigheids)onderdeel en een conditietest. Dit om er zeker van te zijn dat er een basisfietsvaardigheid en -conditie aanwezig was om de biketraining veilig en met voldoende kans van slagen te kunnen voltooien. De man had deze test gehaald waardoor hij aan de biketraining mocht meedoen.

De biketraining duurde drie dagen en werd met nog vijf andere deelnemers gevolgd. Tijdens de training kregen de deelnemers de beschikking over een mountainbike en droegen zij een helm en veiligheidsschoenen. De start van de biketraining begon met een theoretisch gedeelte in een leslokaal. Daar kreeg de man instructies en had hij een filmpje gezien dat uitlegde hoe er van een trap moest worden gefietst. Ook had de instructeur de oefening nog voorgedaan. Vervolgens werd er geoefend met het afdalen met de fiets van een trap. De instructeur stond daarbij steeds zoveel mogelijk aan de kant van de fietsers om in te kunnen grijpen als een fietser zijn balans zou verliezen. Vervolgens had de man op meerdere trappen met goed gevolg geoefend.

De rechter was daarom van oordeel dat de werkgever tijdens de biketraining alle maatregelen had getroffen die in de gegeven situatie redelijkerwijs van hem konden worden verwacht om de veiligheid van haar personeel te waarborgen. Een biketraining is niet zonder risico’s. Ook van de man mocht worden verwacht dat hij zich bewust was van het feit dat het van een trap fietsen een gevaarlijke handeling is. Maar hij was al de trap afgefietst terwijl hij had gezien dat de instructeur nog in gesprek was met andere deelnemers. Hij had dus niet gewacht op een teken waarmee de instructeur hem duidelijk maakte dat hij de trap kon afdalen. De man wist zodoende dat de instructeur hem niet kon begeleiden of opvangen bij een val.

De werkgever had zijn zorgplicht dus niet geschonden en was daarom niet aansprakelijk voor de schade van de man.

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >