Vlak na Kerstmis liep Gert-Jan (*) met een paar vrienden langs een huis. Het was midden in de nacht en de tuin was versierd met een boom met kerstverlichting en een verlicht hert. Gert-Jan kende de bewoner van het huis en kwam op het idee om een grap uit te halen: Hij zou het hert meenemen en in de tuin van een andere kennis even verderop neerzetten. Nadat hij de stekker van de verlichting uit het (buiten)stopcontact had gehaald, het hert oppakte en wegliep, hoorde hij iemand roepen. Hij keek om en zag een rood puntje op zijn schouder. Gert-Jan schrok en vermoedde dat er een buks of een taser op hem gericht was. Hij zette het hert snel aan de kant van de weg en liep door.