Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

College voor de Rechten van de Mens: stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis mag werknemers verbieden om een borstbedekkende hoofddoek over de werkkleding te dragen.

Week 2-2015

Aanbevolen: lees de uitspraak in pdf-formaat

Mensenrechten gelden voor alle mensen in Nederland, iedereen kan zich erop beroepen. Het College voor de Rechten van de Mens behandelt alleen zaken die vallen onder de wetgeving voor gelijke behandeling. Het oordeel is juridisch niet bindend. Dat betekent dat een partij niet gehouden is het oordeel op te volgen. Als een partij het oordeel niet opvolgt kan de andere partij een rechtszaak aanspannen. De rechter is verplicht het oordeel van het College voor de Rechten van de mens mee te wegen in zijn vonnis.

De kwestie
Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis verbiedt het ziekenhuispersoneel eigen kleding over de werkkleding te dragen, met inbegrip van een borstbedekkende hoofddoek. Deze hoofddoek mag wel ónder de werkkleding gedragen worden. Als een werkneemster dat wil verstrekt het ziekenhuis wijder vallende werkkleding. Het ziekenhuis volgt in dezen de richtlijnen van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP), een landelijk samenwerkingsverband dat richtlijnen maakt inzake infectiepreventie. Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis vraagt het College te onderzoeken of zij al dan niet verboden onderscheid maakt op grond van godsdienst door de ziekenhuismedewerkers te verbieden een borstbedekkende hoofddoek over de werkkleding te dragen. Het College heeft de WIP in deze zaak om een deskundigenadvies gevraagd. De WIP zegt in het advies dat het thuis wassen van werkkleding (in casu borstbedekkende kleding) ongewenst is omdat hiermee de microbiologische kwaliteit niet geborgd is. Deze kwaliteit is wel gewaarborgd bij het wasproces in een wasserij waar met behulp van een kwaliteitssysteem risico’s worden geanalyseerd en beheerst.

Overwegingen College
Het College overweegt het volgende. Een ziekenhuis mag bij de arbeidsvoorwaarden geen onderscheid maken op grond van godsdienst. Een kledingvoorschrift, zoals het verbod om eigen kleding over de werkkleding te dragen, valt onder ‘arbeidsvoorwaarden’. De reden voor het dragen van een borstbedekkende hoofddoek kan voor een werkneemster zijn dat zij gevolg wil geven aan een godsdienstig voorschrift dat inhoudt dat bepaalde lichaamsvormen moeten worden verhuld. In de voorliggende zaak mag een werkneemster een borstbedekkende hoofddoek ónder de werkkleding dragen, waarbij het ziekenhuis wijder vallende werkkleding verstrekt die bepaalde lichaamsvormen verhult. Aangenomen kan worden dat de werkneemster op deze manier gevolg kan geven aan het genoemde godsdienstig voorschrift. Daarom is het College van oordeel dat geen sprake is van onderscheid.

Let wel: het is niet uit te sluiten dat in een toekomstige zaak de feiten zo liggen dat er wel sprake is van onderscheid op grond van godsdienst. In dat geval is dat een indirect onderscheid, omdat het verbod geldt ongeacht de aard van de eigen kleding. Indirect onderscheid is niet verboden als daarvoor een goede reden is. Die goede reden is er volgens het College. Het doel van het onderscheid is infectiepreventie. Dat is voor een ziekenhuis een essentieel en legitiem doel. Het verbod draagt zonder meer bij aan het bereiken van het doel. Er is wel één ander middel dat het ziekenhuis moet overwegen, namelijk om de borstbedekkende hoofddoek onderdeel te laten uitmaken van de werkkleding. Op die manier is de microbiologische kwaliteit ervan gewaarborgd. Volgens het ziekenhuis zou dit alternatief eraan voorbij kunnen gaan dat een hoofddoek door sommigen als een zeer persoonlijk kledingstuk wordt beschouwd dat niet vervangen kan worden door een bedrijfshoofddoek. Het College oordeelt dat, als de werkneemster van dit alternatief geen gebruik wil maken, het onderscheid niet is verboden omdat er dan geen ander middel voorhanden is.

Oordeel College
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis geen verboden onderscheid maakt op grond van godsdienst door te verbieden dat werknemers een eigen, borstbedekkende, hoofddoek over de werkkleding dragen.

Oordeelnummer 2014-152, vindplaats:
http://www.mensenrechten.nl/publicaties/oordelen/2014-152/detail

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Op de hoogte blijven?

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de dienstverlening van BSA.