Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Een dienstongeval, maar geen collega-verweer bij het loonregres Voa

Week 13-2019

Een werknemer-monteur van een gemeentelijk energiebedrijf kreeg opdracht om een eindmof van een hoogspanningskabel te slopen. Die eindmof was al opgegraven door de graafploeg van het energiebedrijf. De monteur twijfelde daarom niet aan welke mof hij moest werken. Bovendien klopte de situatie met de tekening die hij had gekregen. De monteur kreeg verteld dat de eindmof geaard was. Dit werd bevestigd toen hij dit ging controleren in de centrale schakelruimte, want daar stond aangegeven dat de betreffende kabel uitgeschakeld stond.


Toen de monteur de kabel aansneed hoorde hij knetteren. Hij dacht dat dit de inductiestroom (stroomgeleiding als gevolg van de aanwezigheid van andere onder stroom staande kabels) was. Hij ging daarom de spanning meten met een zogeheten “duspa”, geschikt voor laagspanning. Het gevolg was kortsluiting die gepaard ging met een enorme steekvlam. De monteur raakte daardoor ernstig gewond en blijvend arbeidsongeschikt. Als gemeenteambtenaar kwam hij vervolgens in aanmerking voor een invaliditeitspensioen van het ABP. Het ABP zocht vervolgens verhaal op de gemeente, eigenaar van het elektriciteitsbedrijf, op grond van de Verhaalswet ongevallen ambtenaren.

Door BSA Schaderegeling werd namens het ABP tot het Hof geprocedeerd over de aansprakelijkheid. Die aansprakelijkheid werd door het Hof ook gezien. Er waren meerdere fouten gemaakt: er was aan de man een verkeerde tekening ter hand gesteld, de verkeerde kabel was opgegraven en in de centrale werd de verkeerde kabel uitgeschakeld. Dat waren allemaal verwijtbare fouten en de gemeente was aansprakelijk als werkgever van de werknemers die de fouten hadden gemaakt. Bovendien was het Hof van oordeel dat al deze fouten te samen zozeer een gevoel van veiligheid hadden opgeroepen (en hadden mogen oproepen) dat daarom de monteur geen eigen schuld kon worden verweten. De gemeente was dus 100% aansprakelijk.

Vervolgens is de gemeente in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De grond van de cassatie was dat de gemeente vond dat het ABP geen regresrecht zou hebben, omdat de foute handelingen allemaal waren toe te rekenen aan één of meer personen die in dienst waren van de gemeente en dus als collega golden van de monteur. Dit wordt ook wel het “collega-collega” verweer genoemd.

In veel regresbepalingen is namelijk opgenomen, dat er geen regres is als de schuldige derde een collega is van het slachtoffer. De beperking vindt volgens de parlementaire geschiedenis zijn rechtvaardiging in het feit dat de dagelijkse omgang op de werkplek met werktuigen en gereedschappen de werknemer er licht toe zal brengen niet alle voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongevallen noodzakelijk is. Het is dan redelijk de daaruit voortvloeiende schade die binnen het dienstverband wordt opgelopen voor rekening van de werkgever te laten. Bovendien kan een onbeperkt regresrecht op een collega-werknemer de verhoudingen op de werkplek verstoren.

Uiteraard is BSA Schaderegeling namens het ABP in verweer gegaan en de Hoge Raad volgde de visie van BSA en maakte korte metten met het verweer van de gemeente in zijn arrest van 10 december 1993. De Hoge Raad stelde dat de door de gemeente aangevoerde grond al eerder in zijn arrest van 29 juni 1979, NJ 1980,33 was verworpen en dat de rechtsontwikkeling sedert dat arrest geen aanleiding gaf om nu anders te oordelen. De Hoge Raad was dus onverminderd van oordeel dat de Verhaalswet ongevallen ambtenaren geen “collega – collega” verweer kent zodat op grond van deze wet ook regres mogelijk is indien het onrechtmatig handelen of nalaten is geschied door een collega van het slachtoffer.

In deze zaak voegde de Hoge Raad nog toe dat niet anders wordt geoordeeld wanneer het, zoals in deze zaak, gaat om een dienstongeval en om een invaliditeitspensioen. Dus ook indien er sprake is van een dienstongeval is er regres mogelijk op grond van de Verhaalswet ongevallen ambtenaren.

Lees de uitspraak in pdf-formaat
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Hebt u vragen? Neem gerust contact op.