Is de lagere school aansprakelijk voor kwik in de speeltuin?
Week 27-2021

Op de laatste schooldag voor de vakantie vroeg een leerkracht twee leerlingen van groep 7 te helpen bij het wegbrengen van oud papier naar een rolcontainer. Daarbij moesten de jongens in een berging zijn die diende als opslagruimte. Papier en andere zaken werden hier bewaard in meerdere open stellingkasten. Op een van deze kasten stonden – op een hoogte van ongeveer 2,10 meter – twee potjes met kwik. Een van de jongens nam een van de potjes stiekem mee.
Die middag ging hij na schooltijd spelen bij een vriendje bij wie hij op zolder ging spelen. De jongen liet daarbij het potje kwik vallen waardoor een deel van de kwik op de vloer terecht kwam. De moeder van het vriendje stuurde beide jongens daarna naar buiten.
Aan het einde van de middag werd de jongen opgehaald door zijn moeder. De jongen liet het potje aan zijn moeder zien en zei dat het een soort lasspul was. Onderweg naar huis kwamen zij langs een gemeentelijk speeltuintje waar een aantal klasgenootjes speelde. De jongen mocht hier nog even blijven spelen van zijn moeder. Op een bepaald moment gooide hij daar het potje met kwik in de bosjes. Toen hij thuis kwam en zijn moeder vroeg waar het spul gebleven was, vertelde hij dat hij het in een vuilnisbak had gegooid.
Vlekken
Korte tijd later belde de moeder van het vriendje de moeder van de jongen met de mededeling dat er allemaal vlekken in haar woning waren die ze niet kon verwijderen. De moeder van het vriendje kwam er die zelfde avond via een ander achter dat de vlekken mogelijk veroorzaakt waren door kwik.
Vervolgens werd de politie ingeschakeld. Omdat de jongen inmiddels had verteld dat hij het potje in de speeltuin had weggegooid, werd dit afgezet en werden er inderdaad kwiksporen in de grond aangetroffen. De gemeente liet vervolgens derden het hele gebied rond de speeltuin schoonmaken. Totale kosten van deze operatie: € 17.271,41. De gemeente stelde de ouders van de jongen aansprakelijk voor vergoeding van de schade. Hun WA-verzekeraar vergoedde deze schade aan de gemeente maar probeerde vervolgens verhaal te halen op de school van de jongen. De school – dan wel haar leerkrachten – had onrechtmatig gehandeld omdat zij na had gelaten te voorkomen dat een uitermate giftige stof in handen van kinderen kon komen. Hierdoor kon schade bij derden ontstaan.
De rechter stelde dat het kwik ooit – volgens de school zelfs wel langer dan 17 jaar voor het voorval – door personeel van de school in de berging was gezet en daar was blijven staan. Vast staat dat deze berging ook voor leerlingen toegankelijk was. Van een school mag in dat geval worden verwacht dat zij gevaarlijke stoffen op zodanige wijze bewaart dat de leerlingen die stoffen niet in handen kunnen krijgen. De wijze waarop het kwik werd bewaard, voldeed daaraan naar het oordeel van de kantonrechter niet. De beide potjes waren op een betrekkelijk eenvoudige manier toegankelijk voor leerlingen en daarmee was de school qua zorgvuldigheid tekort geschoten.
Vervolgens werd de school toch niet aansprakelijk geacht. Volgens de rechter hadden de maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen een contextgebonden karakter. De norm waar het hier om ging, had tot doel om de leerlingen te beschermen tegen de gevaren die deze stoffen kunnen meebrengen voor hun gezondheid en welzijn. Niet om een willekeurige derde als de gemeente te vrijwaren van een gebeurtenis zoals deze. Bovendien was de waarschijnlijkheid van de schade waar het hier om ging niet zo groot dat de school om die reden anders had moeten handelen. De school werd daarom niet op grond van 6:612 BW aansprakelijk gesteld.
Nalatigheid
Ook was de school niet aansprakelijk op grond van artikel 6:175 BW (aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen) omdat niet was voldaan aan de in deze bepaling genoemde voorwaarden. Het kwik werd al jaren niet meer gebruikt en stond al jaren in de berging zodat niemand meer wist dat het kwik zich daar nog bevond. De school gebruikte deze stof niet en had deze niet nodig voor de uitoefening van haar bedrijf, namelijk het lesgeven aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Ook van ‘professioneel bewaarderschap’ zoals bedoeld in artikel 6:175 lid 2 BW was geen sprake. Daarnaast had de school het kwik niet meer onder zich toen de vervuiling ontstond. Ook aan de vereiste die voortvloeit uit dit artikel was dus niet voldaan.
Verder waren de ouders terecht aansprakelijk gehouden door de gemeente. Het wegpakken van het kwik was onrechtmatig, net als het weggooien daarvan in het speeltuintje. Er was dus geen grond meer om de school aansprakelijk te achten voor de schade die zij aan de gemeente moest vergoeden. Bovendien had de moeder van de jongen – toen haar zoontje haar het potje liet zien – geen aanleiding gezien om hem op indringende wijze te ondervragen naar de herkomst van het potje en om het potje van hem af te nemen. Verder had zij – nadat zij hem had gezegd dat hij het potje moest weggooien – niet gecontroleerd of hij dat op een fatsoenlijke manier had gedaan maar had zij in feite toegelaten dat de jongen handelde zoals hij dit deed. De moeder had hiermee naar het oordeel van de kantonrechter niet gehandeld zoals dat van een ouder mocht worden verwacht. Deze nalatigheid kon dan ook niet op de school worden afgewenteld. Dat de moeder mogelijk niet door had dat het potje kwik bevatte deed daar niets aan af.
De school was dus niet aansprakelijk voor deze milieuschade.