Jeugdinstelling schendt haar zorgplicht met een wedstrijdvoetbal

Het hof was van oordeel dat de instelling aansprakelijk was omdat er een onveilige situatie was ontstaan: een paar jongens voetbalden op de kleine luchtplaats met een (voor die situatie ongeschikte) zware leren wedstrijdvoetbal. De instelling had de veiligheidssituatie makkelijk kunnen verbeteren door ervoor te zorgen dat er met een kleinere, lichtere voetbal werd gevoetbald. Omdat de instelling dat naliet, was zij in haar zorgplicht tekortgeschoten.

De werkneemster in kwestie, een pedagogische medewerkster, hield samen met een collega toezicht op een groep van zeven jongens op de luchtplaats. Een paar van deze jongens waren aan het voetballen met een leren wedstrijdbal. Deze was door de directie van de instelling ter beschikking gesteld. De werkneemster zat op een picknicktafel en werd op haar achterhoofd getroffen door de bal. Sinds deze gebeurtenis heeft zij in wisselende mate stemmingsklachten die in ernst toenemen.

Agressie

Het hof overwoog onder meer dat het in het algemeen niet waarschijnlijk is dat het geraakt worden door een voetbal tot (ernstige) letselschade leidt. Maar dat dit anders kan zijn als een leren wedstrijdvoetbal bewust en met kracht tegen iemand hoofd wordt aangeschoten. Zeker wanneer diegene daardoor wordt verrast. Het hof overwoog verder dat aan het werken met strafrechtelijk veroordeelde jongeren – anders dan aan het werken met andere jongeren – het gevaar kleeft van agressie in de richting van het personeel. Om die reden was het beschikbaar stellen van de leren wedstrijdvoetbal aan de betreffende jongeren niet ongevaarlijk. Van de werkneemster kon in deze situatie niet worden verwacht dat zij de jongens had aangesproken op het gebruik van de voor deze situatie niet geschikte bal.

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >