Loonregres, corona en de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).
Week 29-2020

In regreszaken komt het inmiddels regelmatig voor dat de aansprakelijke verzekeraar navraag doet of de werkgever in het kader van de coronacrisis een vergoeding van de staat ontvangt voor zijn loonkosten. Dit op grond van de zogenaamde Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).
De bedoeling hiervan is duidelijk. De verzekeraar verkeert in de veronderstelling dat als dat het geval is hij de loonvordering nog maar voor 10% hoeft te vergoeden. De werkgever heeft immers al 90% vergoed gekregen door de staat.
Jammer voor de verzekeraar maar dit argument gaat niet op. Dit is duidelijk af te leiden uit een arrest van de Hoge Raad uit 1994. ECLI:NL:HR:1994: ZC1288, ook gepubliceerd onder RvdW 1994,69 en NJ 1995,608.
In die zaak ging het om de volgende regressituatie. Ambtenaren waren in die tijd niet AAW-verzekerd. Dit omdat zij al voor arbeidsongeschiktheid verzekerd waren bij het ABP. Als ze arbeidsongeschikt raakten, hadden ze alleen recht op een invaliditeitspensioen of een herplaatsingstoelage van het ABP. Maar de overheidswerkgevers moesten wel premie afdragen voor de AAW aan de bedrijfsvereniging.
Omdat het vreemd is dat je wel premie moet betalen maar hieraan geen rechten kunt ontlenen, werd dat recht getrokken door de werkgever (en het ABP) een uitkering te geven uit het AAW-fonds: de zogeheten fictieve AAW –uitkering. Deze werd zo genoemd omdat voor de bepaling van de hoogte van die uitkering werd gekeken naar de uitkering, die de ambtenaar zou zijn toegekend als hij recht op die uitkering had gehad.
De werkgever betaalde na een wachttijd het loon door. En vervolgens kreeg hij een uitkering uit het AAF omdat hij wel premie had betaald maar de ambtenaar geen recht op die uitkering kreeg. Als er een invaliditeitspensioen werd toegekend, ging deze uitkering naar het ABP.
Voor deze AAW-uitkering bestond geen regresrecht. Het AAF respectievelijk de bedrijfsverenigingen konden voor de AAW-uitkering dus geen regres plegen.
De overheid bracht in het kader van de Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (VOA) de AAW-uitkering in mindering op de regresclaim en het ABP deed dat op de regresvordering met betrekking tot zijn uitkeringen.
Maar een verzekeraar vond dat deze aftrek op een onjuiste manier plaats vond.
De zaak kwam uiteindelijk voor de Hoge Raad die oordeelde dat de overheid de ontvangen AAW-uitkering helemaal niet hoefde af te trekken.
Dit vloeit voor uit een opvatting die vanaf het begin van het regresrecht al vaker door de Hoge Raad was uitgesproken: Voor het bepalen van de omvang van de regresclaim hoef je alleen het loon (of de ABP-uitkering) weg te denken. Het is totaal niet relevant of er door de werkgever door deze loondoorbetaling schade is geleden (Zie bijv. NJ 1976,532 en NJ 1986,68).
De uitkering die de werkgever ontving was een uitkering voor door een ongeval veroorzaakte arbeidsongeschiktheid. Als een dergelijke uitkering volgens het recht al niet hoeft te worden afgetrokken van de regresclaim dan zal dat zeker niet het geval zijn als de werkgever in het kader van de coronacrisis een NOW-uitkering ontvangt. Dit geheel los van de vraag of het doorbetaalde loon moet worden wordt uitgekeerd wegens de arbeidsongeschiktheid van de betreffende werknemer.
Met andere woorden: Als werkgever kun je regres plegen voor het (netto) doorbetaalde salaris zonder dat je rekening hoeft te houden met de NOW-uitkering die je ontvangen hebt.
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >