Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Mogelijke financiële gevolgen verkeersongeluk bij (uit)lenen auto

Week 13-2018

Je leent je auto uit en krijgt deze beschadigd terug. De lener moet de schade vergoeden maar niet de duurdere verzekeringspremie in verband met terugval in schadevrije jaren.

Een vrouw leent een auto en krijgt daarmee ongeval. Voor haar rijden twee auto’s. De eerste remt af om rechtsaf te slaan en een parkeerplaats op te rijden. De tweede kan deze auto ontwijken door uit te wijken. De vrouw kan niet ontwijken en niet tijdig remmen en rijdt tegen de auto aan die wil afslaan.

De eigenaresse van de auto stelt de vrouw aansprakelijk. Zij wil niet betalen omdat volgens haar de bestuurder van de eerste auto aansprakelijk is. Zij hield voldoende afstand, maar door het plotseling afslaan was het onmogelijk tijdig te stoppen. Zij verwijt bovendien de eigenaresse dat zij haar niet erop heeft gewezen dat de auto niet casco was verzekerd.

De rechter oordeelt dat er geen mededeelplicht geldt over de verzekering. De auto was WA verzekerd en daarmee had de eigenaresse aan de wettelijke verzekeringsplicht voldaan. Er is geen plicht om aan een lener mededeling te doen over de verdere verzekering. De vrouw had zich, alvorens in de geleende auto te gaan rijden, ervan behoren te vergewissen of en hoe de auto was verzekerd.

Bruikleenovereenkomst artikel 7A:1777 BW

Het staat vast dat partijen een bruikleenovereenkomst hebben. De bruiklener is verplicht een geleend goed in een staat waarin het beantwoordt aan het gebruik door een goed bruiklener terug te geven. De bruiklener die dat niet doet is in beginsel aansprakelijk voor de schade van de uitlener op basis van artikel 6:74 BW. De bruiklener kan zich alleen aan die aansprakelijkheid onttrekken als hij bewijst dat hij niet is tekortgeschoten in die plicht.

De auto is met schade aan uitlener teruggegeven. In casu is de waardevermindering het gevolg van de aanrijding. De vrouw heeft wel schuld heeft aan de botsing. Daargelaten of de eerste auto een verkeersfout heeft gemaakt door zonder richting aan te geven rechtsaf te slaan, is de vrouw er niet in geslaagd haar auto tijdig tot stilstand te brengen. Dit terwijl er toch een meer dan gebruikelijke afstand tussen beide auto’s was. Tussen haar auto en de eerste auto reed immers nog een tweede auto die heeft kunnen uitwijken en anticiperend daarop het had voor de vrouw mogelijk moeten zijn haar auto tijdig te stoppen. Dit is haar echter niet gelukt en dit leidt tot de vaststelling dat zij niet als een goed bruiklener heeft gehandeld. De schade bestaat uit de door de expert vastgestelde schade.

Terugval schadevrije jaren

De uitlener vordert verder dat zij door vergoeding van de schade aan de eerste auto meer premie is gaan betalen, omdat zij vijf jaren/treden terug is gevallen en dus minimaal 5 jaar meer premie moet betalen. Dit wordt betwist door de vrouw die stelt dat de uitlener van 0 naar -5 schadevrije jaren is gegaan en dus kennelijk in de tussenliggende periodes één of meerdere ongevallen heeft gehad.

De kantonrechter

Wie zijn (WAM-verzekerde) auto uitleent aan een ander, weet – of moet weten – dat zijn WAM-verzekering zal uitkeren als er met die auto schade wordt gemaakt. Dit met alle gevolge van dien, zoals premieverhoging of terugval in het aantal schadevrije jaren. De vraag is of deze gevolgen kunnen worden verlegd op de houder van de auto, in dit geval de vrouw.

De kantonrechter is van oordeel dat de gevorderde meer premie niet kan worden toegewezen op basis van artikel 7A:1781 BW en 7A:1784 BW. Deze schade houdt immers niet rechtstreeks verband met het gebruik van de in bruikleen verstrekte auto, maar vloeit voort uit de voor de ten behoeve van die auto gesloten verzekering.

Wel kan toewijzing van gevolgschade aan de orde zijn als gevolg van onrechtmatig handelen door gedaagde partij als bedoeld in artikel 6:162 BW. In casu levert dat nog niets op, want vervolgens is de kantonrechter van oordeel dat de uitlener zijn schade niet heeft aangetoond. Voor de vaststelling van deze schade dient een vergelijking te worden gemaakt van een situatie waarin het ongeval niet heeft plaatsgevonden met de situatie waarin dit wel is gebeurd. Deze vergelijking kan op dit punt niet worden gemaakt. De auto waarmee de aanrijding heeft plaatsgevonden, is meteen na het ongeval verkocht en de verzekering is daardoor geëindigd. De uitlener heeft een andere auto verzekerd bij een andere verzekeringsmaatschappij en heeft aldus onvoldoende aangetoond dat bij verzekering van hetzelfde object de premie hoger zou zijn.

Ik ben zelf niet van mening dat de vrouw door het ongeval te veroorzaken onrechtmatig zou hebben gehandeld tegenover de uitlener. Ze heeft de auto geleend en daarbij is altijd inbegrepen het risico dat je schade kunt toebrengen aan de auto. Daarvoor kent de bruikleen ook een specifieke vergoedingsregeling. Ik zie dan ook niet dat de vrouw enige norm van onzorgvuldigheid in de relatie met de eigenaar van de auto zou hebben overschreden. Overigens kun je deze schade met betrekking tot het verval van premievrije jaren wel onder de bruikleenovereenkomst brengen door de lener een korte verklaring te laten tekenen bij het lenen dat zij ook aansprakelijk is voor deze schade.

Lees de uitspraak in pdf-formaat
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Hebt u vragen? Neem gerust contact op.