Politie ramt auto
Week 16-2020

Een man in een bestelbusje krijgt een stopteken van de politie. Maar hij negeert dit en rijdt verder. De politie zet daarop de achtervolging in. De man rijdt daarna met zo’n 60 kilometer per uur over een aantal verkeersdrempels. Bij een passeerbeweging raakt hij ook nog een stilstaande auto.
Voor de politie is daarmee de maat vol. De rijstijl van de man is zo gevaarlijk dat de politie besluit hem tot stoppen te dwingen. Met de voorzijde van hun surveillancevoertuig rammen zij de achterzijde van het busje als deze linksaf wil slaan. Zo weten zij de man uiteindelijk te stoppen en aan te houden.
Schade
Door deze actie is er schade ontstaan aan de politieauto. En hoewel deze schade bewust door de politie zelf is veroorzaakt, betaalt de WAM-assuradeur van de man de schade toch uit. Wel vordert de verzekeraar deze schade weer terug van zijn eigen verzekeringnemer: de man in het busje. Op grond van artikel 3 sub c van de Bijzondere voorwaarden motorrijtuigen is schade door grove schuld van de eigen verzekerde uitgesloten van de verzekering. En volgens de verzekeraar is hier sprake van omdat de man het stopteken van de politie meerdere malen negeerde. Bovendien reed hij zo gevaarlijk dat de politie haar eigen surveillancevoertuig moest inzetten om de man te stoppen. De schade kan hem dan ook zeker worden toegerekend.
Verweer
De man, die het busje bestuurde, verweert zich met de stelling dat het de politie zelf was die ervoor koos om hem aan te rijden. De politie heeft de schade dus opzettelijk veroorzaakt. Waarom had de politie niet nagedacht over een ander, lichter middel om zijn busje te stoppen? En waarom laat de verzekeraar de schuld van de politie geheel buiten beschouwing?
De beoordeling
De rechter stelt dat de verzekeraar zijn vordering op de man primair baseert op een onrechtmatige daad, maar dat de rechtsverhouding tussen de partijen wordt beheerst door de tussen hen gesloten verzekeringsovereenkomst. Op grond van artikel 25 Rv vult de rechter de rechtsgronden aan. De rechter zal de vordering zo interpreteren dat deze is gebaseerd op de verzekeringsovereenkomst.
Tijdens het voorval moest de man op grond van de verzekeringsovereenkomst zijn verplichtingen nakomen. Volgens de rechter is de schade aan de politieauto ontstaan door grove schuld van de man en heeft hij daarmee naar de politie onrechtmatig gehandeld. Hij kon immers niet weerspreken dat hij een stopteken van de politie negeerde en daarna was doorgereden. Ook het door de politie beschreven rijgedrag kon hij niet weerspreken.
Dat de politie ervoor koos om de aanrijding te veroorzaken, kan niet tegen haar worden gebruikt. Het rijgedrag van de man was immers de aanleiding om met het surveillancevoertuig de man te stoppen. Volgens de rechter was dit dan ook gerechtvaardigd en volledig aan de man te wijten. Door zijn rijgedrag en het negeren van het stopteken heeft hij onrechtmatig gehandeld. Daardoor is sprake van grove schuld zoals beschreven in artikel 3 sub c van de Bijzondere voorwaarden motorrijtuigen. Er is een duidelijk verband tussen de gedragingen van de man en de schade aan de politieauto.
De man moet het aan de politie betaalde bedrag dus aan de verzekeraar terugbetalen.
Lees de uitspraak in pdf-formaat
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >