Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Rennen om de bus te halen

Week 37-2021

Een man rende zwaaiend en roepend om de bus nog te halen. Maar aangekomen bij de bus gleed hij uit over een blindegeleidetegel. Viel de buschauffeur iets te verwijten?

Een medewerker van een lunchroom in een winkelcentrum was klaar met zijn werk en ging naar huis. Lopend over de parkeerplaats zag hij dat de bus die hij moest hebben al bij de halte stond te wachten. Hij zette het op een rennen om de bus nog te halen. Zwaaiend met zijn armen en luid roepend probeerde hij de aandacht van de chauffeur te trekken. Toen hij bij de bus aankwam, gleed hij uit over een blindegeleidetegel die in de stoep bij de bushalte lag. En omdat de bus op dat moment net optrok om te vertrekken, kwam hij met zijn rechtervoet onder het rechtervoorwiel van de bus. Daarbij liep hij voetletsel op waarvoor hij diverse operaties moest ondergaan.

Eigen schuld, dikke bult? Daar zag het uiteindelijk wel naar uit. Maar niet nadat er eerst uitvoerig over geprocedeerd was.

De claim was gericht tegen de WAM-verzekeraar en gebaseerd op artikel 185 WvW. Maar de rechtbank oordeelde op grond van de camerabeelden dat de buschauffeur geen enkel verwijt trof en dat het ongeval slechts was te wijten aan een fout van de man waarmee de chauffeur redelijkerwijs geen rekening hoefde te houden. Er was dus sprake van overmacht.

De man ging in hoger beroep. Het Hof deed hierop de volgende uitspraak:

Of de buschauffeur de man heeft aan zien komen rennen, is niet van belang. Uit de camerabeelden van de bus blijkt namelijk dat de bus juist op dat moment weer was gaan rijden. Het kan dan niet van een buschauffeur worden verlangd de bus tot stilstand te brengen. Verder blijkt uit de beelden dat de sliding of val nagenoeg samen valt met het vertrek van de bus: tussen het vertrek van de bus (0:27) en de val (0:28) zit slechts één seconde. Het Hof is daarom ook van oordeel dat de buschauffeur rechtens geen enkel verwijt valt te maken omdat hij met een dergelijke “fout” van een weggebruiker – het uitglijden over een blindegeleidetegel – redelijkerwijs geen rekening hoefde te houden.

 Er is dus sprake van overmacht. Tenzij de buschauffeur hem daadwerkelijk heeft zien vallen. Van een zorgvuldige chauffeur mag in dat geval immers worden verwacht dat hij/zij de bus onmiddellijk tot stilstand brengt. Of de chauffeur dit gezien moet hebben, blijkt niet uit de camerabeelden. Daarom wordt de voetganger toegelaten te bewijzen dat de buschauffeur hem heeft zien vallen en hij daarna de bus niet onmiddellijk tot stilstand heeft gebracht en zelfs nog even is doorgereden.

Of de man zijn schadevergoeding kan binnenhalen, is dus nog afwachten. Zal hij slagen in dit bewijs? Gelet op alle getuigen die al gehoord zijn, lijkt het op voorhand niet aannemelijk dat de man dit bewijs zal weten te achterhalen.