Schade op schoolkamp: docente komt ten val. Draait de school op voor de schade?
Week 31-2014
Aanbevolen: lees de uitspraak in pdf-formaat
Een lerares van een ROC gaat mee op het jaarlijkse introductiekamp van de eerstejaars-studenten. Zij struikelt ’s nachts in het donker over een scheerlijn en loopt verwondingen op. Zij stelt werkgeefster ROC aansprakelijk voor de schade die zij lijdt door dit ongeluk. De kantonrechter wijst de vordering van werkneemster af omdat er sprake zou zijn van een ongeval in de categorie huis-, tuin- en keukenongevallen, ofwel: een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De zaak wordt voorgelegd aan het hof Den Bosch.
De vraag die moet worden beantwoord is of werkgeefster ROC haar zorgplicht als werkgever op grond van artikel 7:658 BW is nagekomen. Een werkgever is aansprakelijk voor de schade die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Ook in situaties die niet in de directe werksfeer liggen, zoals bedrijfsuitjes en zakenreizen, heeft de werkgever deze zorgplicht. Om daaraan te voldoen moet een werkgever al die maatregelen nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd en nodig zijn om te voorkomen dat werknemers tijdens hun werkzaamheden schade lijden.
Het hof stelt de ruime strekking van de zorgplicht voorop. De zorgplicht van de werkgever beoogt dan wel geen absolute waarborg te bieden tegen het gevaar van arbeidsongevallen, maar er mag ook niet te snel worden aangenomen dat de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Welke maatregelen de werkgever moet nemen hangt af van de omstandigheden van het geval.
Het hof is van mening dat het struikelen over een scheerlijn van een tent in deze situatie geen inherent veiligheidsrisico is. Werkneemster was op de hoogte van de situatie ter plekke omdat zij eerder als begeleider van een kamp op dezelfde locatie was geweest. Werkgeefster ROC heeft bovendien maatregelen getroffen om de kans op een dergelijk ongeval te verkleinen door zaklampen ter beschikking te stellen. De scheerlijnen waren van fluorescerend materiaal en de tent stond op een grondzeil dat zo groot was dat de haringen in het grondzeil waren geslagen. Daardoor kon iemand die de tent naderde horen dat hij in de buurt van de tent kwam.
Dit alles overwegend is het hof van mening dat van werkgeefster ROC in redelijkheid geen verdergaande maatregelen konden worden gevergd, zoals bijvoorbeeld verlichting van het kampeerterrein. Het hof concludeert dat werkgeefster ROC heeft aangetoond dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De vordering van werkneemster wordt afgewezen.
Vindplaats: ECLI:NL:GHSHE:2014:2208
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >