Schadebeperkingsplicht voor slachtoffer
Week 20-2020

Schadebeperkingsplicht
Als je een ongeval hebt gehad en schade lijdt, dan heb je de plicht om die schade te beperken. Doe je dat niet, dan kan de tegenpartij weigeren om die schade aan je te vergoeden.
Deze schadebeperkingsplicht volgt uit artikel 6:101 lid 1 BW waarin is bepaald dat je schade moet beperken voor zover dit redelijkerwijs van je kan worden gevraagd. Een schending van deze plicht kan in het kader van de schadebegroting tegen je worden gebruikt.
Of en in hoeverre je redelijkerwijs van het slachtoffer kan vragen dat hij zijn schade beperkt, komt zoals altijd aan op de concrete omstandigheden van het geval. In het algemeen zou je denken dat als je arbeidsongeschikt bent geworden door een ongeval en instemt met beëindiging van je dienstverband je de schade inderdaad niet beperkt. Tijdens de periode dat je dienstverband doorloopt, krijg je namelijk loon doorbetaald en lijd je geen inkomensschade. Als de loondoorbetaling stopt omdat je hebt ingestemd met het beëindigen van het dienstverband, heb je dit inkomen niet meer. De vordering op de aansprakelijke partij voor verlies aan verdienvermogen wordt daardoor hoger.
Beëindiging dienstverband
Zo ook in deze zaak. Het slachtoffer heeft ingestemd met de beëindiging van zijn dienstverband waardoor er geen loondoorbetalingsplicht voor zijn (voormalige) werkgever meer is. De verzekeraar wil de inkomensschade die hierdoor is ontstaan niet vergoeden. Het verlies aan inkomen is immers te wijten aan de man, die – zonder noodzaak daartoe – heeft ingestemd met de beëindiging van zijn dienstverband. De verzekeraar stelt dat dit inkomensverlies niet door het ongeval is veroorzaakt en dus geen schade is die voortkomt uit het ongeval.
De rechter vindt dit verweer niet steekhoudend. Het is de veroorzaker van het ongeval die aansprakelijk is voor het letsel. En deze veroorzaker heeft de man in de positie gebracht dat hij zijn werkzaamheden niet meer kon uitoefenen. De schade door het verlies aan verdienvermogen is dus veroorzaakt door het ongeval. Het slachtoffer ontvangt geen loon meer nadat was gebleken dat hij – ondanks pogingen daartoe – niet meer kon werken als gevolg van zijn letsel. Het vereiste oorzakelijke verband tussen de schade en het ongeval is daarmee gegeven.
Klein familiebedrijf
Bij de beoordeling van de vraag of de man zijn schadebeperkingsplicht heeft geschonden, neemt de rechter de volgende omstandigheden in aanmerking. De man was werkzaam in het restaurant van zijn vader en broer. Het betreft een relatief klein familiebedrijf. Zijn loon was afhankelijk van de bedrijfsresultaten. Het bedrijf beschikte niet over voldoende financiële middelen om zowel het loon van de man als dat van een vervangende arbeidskracht te betalen. Er bestond geen schriftelijke arbeidsovereenkomst, er werd geen (loon)belasting betaald, er waren geen verzekeringen en er was voor de man geen premie afgedragen.
Het uitoefenen van de schadebeperkingsplicht zoals Achmea die voor ogen staat, zou hebben ingehouden dat de man had aan moeten dringen op doorbetaling van zijn salaris en een actieve inzet voor reïntegratie. Maar daarmee zou hij het voortbestaan van het bedrijf en zijn relatie met zijn familie op het spel hebben moeten zetten. Dat kon naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet van hem gevraagd worden. Zeker de veroorzaker van het ongeval en diens verzekeraar konden dat niet van hem vragen.
Schadevergoedingsplicht niet geschonden
Daarnaast is ook relevant dat de werkgever een loonregresrecht heeft. Had het bedrijf het loon wél kunnen betalen, dan had het bedrijf het nettoloon kunnen vorderen van de verzekeraar en wel op grond van artikel 6:107a lid 2 BW. Met andere woorden: ook in dat geval zou de schade van de verzekeraar hetzelfde zijn gebleven. Alleen had hij dan het bedrag aan de werkgever moeten geven in plaats van aan het slachtoffer. Hieruit blijkt dat je in dit soort zaken het civiele plafond in zijn totaliteit moet beoordelen.
Of de man spoedig zou hebben kunnen reïntegreren en hierdoor weer loon had kunnen verdienen, valt niet te zeggen omdat deze situatie zich niet heeft voorgedaan. De verzekeraar heeft ook niet kunnen onderbouwen waarom het aannemelijk zou zijn dat de man spoedig zou reïntegreren. Kennelijk heeft de cursus die de man op kosten van de verzekeraar mocht volgen en het diploma als vorkheftruckchauffeur er in ieder geval niet meteen voor gezorgd dat hij werk kreeg. De rechter neemt dit dan ook niet aan.
De slotconclusie is dan ook dat het slachtoffer mocht instemmen met de beëindiging van zijn dienstverband zonder dat hij zijn schadevergoedingsplicht heeft geschonden.
Lees de uitspraak in pdf-formaat
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >