Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Smakeloze grap of humor? Dit vindt de rechter.

Week 13-2014

Aanbevolen: lees de uitspraak in pdf-formaat

Een pluchen speelgoedaapje belandt in de wachtruimte van werkgever, een vervoers-maatschappij. De werknemers die het speelgoedbeestje vinden hebben de aap als grap ‘omgedoopt’ tot hun algemeen directeur. De werknemer om wie het in deze kwestie draait heeft een touwtje om de nek van de aap gedaan en het beestje opgehangen. De aap hangt en ligt de dagen erna op verschillende plekken in de wachtruimte. Er worden diverse grappen met de aap uitgehaald tot het moment dat de teamleider de aap in een kast legt.

Niet lang daarna heeft werknemer, tijdens zijn pauze, de aap weer opgehangen voor een van de deuren van de kamer van de leidinggevenden. De teamleider die de aap eerder in de kast legde treft het speelgoedbeest bij aanvang van haar avonddienst aan. De aap hangt met een touwtje om zijn nek aan een ventilatierooster in het plafond. Later die avond verklaart werknemer dat hij de aap heeft opgehangen, maar dat het een grap was. De teamleider stuurt diezelfde avond een e-mail met een foto van het aapje aan haar unitmanager.

De dag daarop wordt over het voorval een gesprek gevoerd met werknemer. Werknemer verklaart in dat gesprek onder meer dat hij zich niet heeft afgevraagd wat het effect zou zijn van het ophangen van de aap voor de deur van de leidinggevenden. Hij herhaalt dat hij alleen een grap heeft willen uithalen. Werknemer wordt ondanks zijn verweer door werkgever ontslagen. Daartoe stelt werkgever – kort gezegd – dat het gedrag van werknemer als bedreiging kon worden opgevat, en dat de betreffende leidinggevende zich ook daadwerkelijk geïntimideerd en bedreigd voelde.

Werknemer is het niet eens met dit ontslag en verweert zich. De kantonrechter oordeelt als volgt.

Duidelijk is geworden dat werknemer, hoewel hij bedoeld heeft een grap uit te halen, zeer onhandig heeft opgetreden door de aap met een touwtje om zijn nek op de bewuste plek te hangen. Hij had moeten en kunnen bedenken dat het ophangen van de aap aan het ventilatierooster, pal voor de deur van de kamer van de leidinggevenden, intimiderend en bedreigend kon zijn. Nu er al een week lang grappen werden gemaakt over en met de aap, waarop werknemer noch zijn collega’s zijn aangesproken, en er bovendien niet is gewaarschuwd dat het maken van een volgende grap gevolgen zou kunnen hebben voor het dienstverband, wordt geen dringende reden aanwezig geacht die zou moeten leiden tot het einde van de arbeidsovereenkomst.

ECLI:NL:RBAMS:2014:1403

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >