Stond erbij en ik keek ernaar
Week 29-2021

Je stond erbij, keek ernaar maar deelde geen klappen uit. Toch kun je dan aansprakelijk zijn voor de schade die voortvloeide uit de klappen die een ander uitdeelde.
Een man sloeg een vrouw in elkaar in de portiek van haar woning. Een andere man die bij hem was, deelde geen klappen uit. De in elkaar geslagen vrouw werd naar de spoedeisende hulp gebracht. Bij dat bezoek constateerde men een zwelling aan de buitenzijde van de rechterenkel en een schaafwond aan de oorschelp.
De vrouw deed aangifte en er werd proces-verbaal opgemaakt. Beide mannen werden niet strafrechtelijk veroordeeld. De vrouw vorderde vervolgens in een civiele procedure schadevergoeding van beide mannen. De man die de klappen uitdeelde, verscheen niet voor de rechtbank en werd bij verstek veroordeeld. De andere man verscheen wel en verklaarde dat hij het niet eens was met de vordering tegen hem, mede omdat hij de vrouw niet had aangeraakt.
Medeaansprakelijk
Bij de rechter verklaarde de vrouw dat de man die wel was verschenen haar bij haar jas had getrokken. Hij duwde haar hard waardoor zij op de grond viel. Vervolgens zag zij de andere man op haar afkomen die haar toen met gebalde vuisten in het gezicht sloeg en daarna ook schopte. Hierdoor raakte zij buiten bewustzijn en werd zij naar de spoedeisende hulp van het Sint Franciscus Gasthuis gebracht. Bij dit bezoek werd de zwelling aan de buitenzijde van de rechterenkel en de schaafwond aan de oorschelp geconstateerd.
De rechter stelde dat de verschenen man onvoldoende kon weerleggen wat de vrouw over hem stelde. Hij gaf slechts aan dat hij het er niet mee eens was en dat hij de vrouw niet had aangeraakt. De kantonrechter ging daarom aan zijn verweer voorbij. Dat hij de vrouw – zoals zij stelde – bij haar jas had getrokken en hard had geduwd waardoor zij op de grond viel, was daarmee vast komen te staan. Hiermee had hij zich in beginsel onrechtmatig gedragen.
De schade die de vrouw had opgelopen was weliswaar niet het rechtstreekse gevolg van het handelen van deze man maar van de andere, niet verschenen man. Maar – zo stelde de vrouw – hij was hiervoor wel medeaansprakelijk vanwege zijn rol bij die mishandeling op grond van artikel 6:166 BW.
Samenhang
Voor medeaansprakelijkheid gelden als hoofdvereisten dat er sprake is van i) deelname aan ii) gedragingen waarvan de kans op het aldus toebrengen van schade de deelnemers had behoren te weerhouden daarvan, en die in iii) groepsverband hebben plaatsgevonden en die deelname aan de deelnemer iv) toerekenbaar is. Als aan al deze vereisten is voldaan, is de individuele deelnemer aansprakelijk voor de schade die door een van de deelnemers is toegebracht. Voor medeaansprakelijkheid van een deelnemer is het niet vereist dat hij zelf de schade heeft toegebracht.
De rechter oordeelde dat tussen de gedraging van deze man en de gedraging van de niet verschenen man een zodanige samenhang bestond dat deze gedragingen als gedragingen in groepsverband konden worden gekwalificeerd. Verder had de man moeten begrijpen dat dit groepsoptreden letsel bij de vrouw kon veroorzaken. Hier had hij door zijn actieve bijdrage – het op de grond duwen van de vrouw – schuld aan. Hiermee werd voldaan aan de vereisten voor zijn medeaansprakelijkheid op grond van artikel 6:166 BW.
Beide mannen werden daarom hoofdelijk aansprakelijk geacht. Dat betekende dat beide mannen voor de volledige schade aansprakelijk waren en aangesproken konden worden.