Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Tegen het verkeer in fietsen is op eigen risico

Week 17-2020

In de stad even snel tegen het verkeer in fietsen? In het geval van een ongeval kan het dan zomaar zijn dat je zonder schadevergoeding blijft zitten.


De verzekeraar had de no-claimkorting van een bestuurder beperkt omdat deze in botsing was gekomen met een fietser die in Den Haag even tegen het verkeer in fietste. Maar de rechter oordeelde dat de verzekeraar dit niet mocht, omdat deze bestuurder zich op overmacht kon beroepen.

Bij een aanrijding tussen een motorvoertuig en een fietser of voetganger geldt als uitgangspunt dat deze fietser of voetganger altijd minstens 50% van zijn schade vergoed krijgt (artikel 185 WvW). Een aanrijding met een motorvoertuig leidt namelijk altijd tot grotere schade bij een voetganger of fietser. Het kan de bestuurder dus aangerekend worden dat hij ervoor koos om aan het verkeer deel te nemen in een motorvoertuig.

Overmacht

Overmacht geldt alleen als men volgens het recht geen enkel verwijt kan hebben op de wijze waarop de bestuurder aan het verkeer deelnam, voor zover dit van belang is voor het veroorzaken van het ongeval. Dat is het geval als de fouten van andere weggebruikers voor die bestuurder zo onwaarschijnlijk waren, dat hij bij het bepalen van zijn verkeersgedrag redelijkerwijs geen rekening met die mogelijkheid hoefde te houden. Is dit het geval, dan kan de bestuurder zich op overmacht beroepen.

De rechter nam in deze zaak aan dat dit hier het geval was. De bestuurder was nog bezig een bocht te maken en hij heeft de fietser niet of slechts zeer korte tijd kunnen zien. Terwijl de fietser op een rijbaan fietste die verboden is voor fietsers. De fietser reed dus tegen de rijrichting in.

Onwaarschijnlijk

Gelet op de verkeerssituatie en de omstandigheden ter plaatse is de rechter van oordeel dat het zo onwaarschijnlijk was dat een fietser zich op die plek zou bevinden, dat de bestuurder met deze actie geen rekening hoefde te houden. Ook het feit dat hij nog bezig was met het maken van een bocht of deze net had afgerond maakte het voor hem onmogelijk om tijdig te kunnen anticiperen op de plots tegemoetkomende fietser. Van de bestuurder kon redelijkerwijs ook niet verwacht worden dat hij langer naar rechts was blijven kijken om te controleren of daar verkeer vandaan kwam. Hij diende immers rekening te houden met de veel plausibelere mogelijkheid dat er verkeer van links kwam.

Geen verwijt

Verder heeft men vastgesteld dat de bestuurder in ieder geval vóór het maken van de bocht zowel naar links als naar rechts heeft gekeken, omdat vanwege het tijdelijk omgelegde fietspad van beide richtingen verkeer kon komen. De bestuurder reed bovendien met een zodanig aangepaste snelheid dat hem in dat opzicht ook geen verwijt kan worden gemaakt.

Het is niet duidelijk of de WAM-verzekeraar de schade van de fietser had vergoed. Zo ja, dan zou uit deze uitspraak volgen dat de assuradeur dat niet had hoeven doen. Ook mocht de verzekeraar als gevolg van dit alles de no-claimbonus van de bestuurder niet verlagen.

Lees de uitspraak in pdf-formaat
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Hebt u vragen? Neem gerust contact op.