Transitievergoeding in mindering op schadevergoeding na arbeidsongeval?
Week 20-2019

In deze zaak is de werkgever aansprakelijk voor de schade als gevolg van het arbeidsongeval dat de werknemer is overkomen. De kantonrechter oordeelt dat, in het kader van de schadeberekening, de aan de werknemer betaalde transitievergoeding in mindering mag worden gebracht op de schadevergoeding.
Wat was er aan de hand? Werknemer werkt vanaf 1985 in dienst van de werkgever. Op 6 januari 2011 glijdt werknemer uit op het parkeerterrein van werkgever. Als gevolg daarvan loopt hij blijvend letsel op. Werkgever erkent de aansprakelijkheid en de verzekeraar neemt de schade afwikkeling over. Werknemer meldt zich op 10 januari 2011 ziek. Eind 2012 wordt hij hersteld gemeld. Op 8 juni 2015 meldt werknemer zich opnieuw ziek en met ingang van 5 juni 2017 wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst). Op grond daarvan betaalt werkgever aan werknemer de transitievergoeding van € 77.000 bruto. De verzekeraar stelt dat deze vergoeding in mindering moet worden gebracht op de te vergoeden schade. |
Werknemer is het daarmee niet eens. Hij legt de zaak in een deelgeschil aan de rechtbank voor. |
Wat vindt de rechter? De kantonrechter overweegt dat de werknemer zonder ongeval niet arbeidsongeschikt zou zijn geraakt en dat het dienstverband dan niet vanwege de arbeidsongeschiktheid zou zijn beëindigd. De kantonrechter neemt daarom als vaststaand aan dat er een feitelijk causaal verband bestaat tussen het ongeval en de beëindiging van het dienstverband en de in verband daarmee ontvangen transitievergoeding. De kantonrechter acht het redelijk om de transitievergoeding op de schade in mindering te brengen. Weliswaar is de transitievergoeding verschuldigd ongeacht of de werknemer als gevolg van de beëindiging van het dienstverband schade heeft geleden, maar dat laat onverlet dat de vergoeding naar haar aard voorziet in een tegemoetkoming in de financieel nadelige gevolgen daarvan. In zoverre is de transitievergoeding vergelijkbaar met de door de verzekeraar te betalen schadevergoeding wegens verlies aan arbeidsvermogen. Onder het oude recht was dit niet anders, aldus de kantonrechter. Ook daar stond het de rechtbank vrij om in de procedure over de aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW rekening te houden met de vergoeding inzake het ‘kennelijk onredelijk ontslag’. De Wet compensatie transitievergoeding – waarin is bepaald dat de werkgever de betaalde transitievergoeding gecompenseerd krijgt – leidt ook niet tot een ander oordeel, omdat er van ‘profijt’ van de werkgever geen sprake is. |
Nabrander Enkele vraagtekens zijn op zijn plaats. Ten eerste verwijst de kantonrechter in zijn uitspraak naar de zogenaamde ‘Baijingsjurisprudentie’ onder het oude recht. In het kort werd daarin bepaald dat het de rechter in de procedure over de schadevergoeding vrij stond rekening te houden met wat in de ontslagprocedure aan vergoeding werd toegekend. De kantonrechter trekt de parallel met het nieuwe recht en vindt dat voldoende grond om de transitievergoeding te betrekken in de schadeafwikkeling. Of op basis daarvan er ‘altijd’ verrekening moet plaatsvinden is op zijn minst arbitrair.Bovendien geldt dat de transitievergoeding deels bedoeld is ter compensatie van het ontslag en deels om de transitie naar ander werk mogelijk te maken. Dat betekent dat als verrekening mag plaatsvinden het in de rede ligt om de transitievergoeding deels te verrekenen met de schadevergoeding en niet in haar in volle omvang hierop in mindering te brengen.Lees de uitspraak in pdf-formaat Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op > |