Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Update! Beslissing rechter over loonsanctie loonregres

Week 8-2017 (1)

“Loonsanctie UWV en het loonregres over het derde sanctiejaar. Beschikking kantonrechter Den Haag van 23 januari 2017, nr. 5116739 RP VERZ 16-50391.”
Deze beschikking is net door het PIV gepubliceerd.
Voor een goed begrip denk ik dat onderstaande toelichting relevant is.

Omdat door verzekeraars de loonsanctie UWV steeds wordt aangegrepen om loonregres over het derde verzuimjaar (het sanctiejaar) af te wijzen en er ook maar geen jurisprudentie hierover komt hebben BSA en Reaal gezamenlijk deze problematiek aan de Kantonrechter voorgelegd.

Het ging daarbij in feite om TWEE principiële vragen.

1. Is er überhaupt in deze zaak een verhaalsrecht over het (derde) loonsanctiejaar?
Mevrouw heeft alleen een arbeidscontract, er is geen cao en geen rechtspositieregeling van toepassing. In het contract is niets geregeld over een doorbetalingsverplichting van de werkgever na twee jaren.

De stelling van Reaal: verhaalsrecht van artikel 6:107A BW is beperkt tot loon als bedoeld in artikel 7: 629, lid 1 BW. Dat betreft enkel de loondoorbetaling gedurende een tijdvak van 104 weken (2 jaar). Het derde jaar valt daar niet onder, dus geen regresrecht.

De stelling van BSA: de loonactie verlengt de termijn genoemd in artikellid 1, dus blijft het wel een loondoorbetaling onder dit artikellid. Dit wordt naar het oordeel van BSA ook bevestigd in de uitspraken van de CRvB 2015:4248 en 2015:4236.

De rechter heeft hierop geen formele beslissing genomen. Impliciet lijkt het er op dat de rechter het standpunt van Reaal heeft afgewezen. Immers, de uiteindelijke beslissing is gebaseerd op het doorbreken van de causaliteit en dat betekent dus dat je kennelijk het vorderingsrecht wel als recht aanvaardt.

2. Mag een verzekeraar met een beroep op de loonsanctie van het UWV weigeren om het regres over het derde loonjaar te betalen?

De stelling van Reaal: uit de loonsanctie volgt dat de werkgever zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. Dus hoeft de verzekeraar niets te betalen.

De stelling van BSA: de loonsanctie betreft een ander toetsingskader (eigen wettelijk kader van het UWV) dan het toetsingskader voor het schadevergoedingsrecht. Of er een loonsanctie is opgelegd, is daarom niet maatgevend voor de beoordeling. (vgl.: 2012:BW6836; RBROT:2013:BZ0819; RBAMS 2011:BQ9930).

BSA is dan ook van mening dat de vraag of de verzekeraar wel of niet moet betalen moet worden beoordeeld aan de hand van normen van het schadevergoedingsrecht. Dan kom je uit (via het civiel plafond respectievelijk de nauwe verwevenheid van de regresvordering met de schadevordering) bij de schadebeperkingsplicht.

Het gaat er dan om te beoordelen of de werkgever zodanig heeft gehandeld/nagelaten dat dit voor de verzekeraar meer kost dan als de werkgever wel goed zou hebben gehandeld. Pas dan is er reden om het loonregres te weigeren en dan enkel indien en voor zover de verzekeraar benadeeld is.

(NB: In de onderhavige zaak werd een WGA uitkering na het derde sanctiejaar toegekend en ook door Reaal met een korte looptijd naar de toekomst toe met het UWV afgewikkeld. Zou er geen loonsanctie zijn geweest, dan was de WGA uitkering dus al na het tweede jaar toegekend en had Reaal dat jaar ook de WGA uitkering vergoed. Er is dan ook geen enkele rechtvaardiging dat Reaal het derde sanctiejaar in het geheel niets zou hoeven te vergoeden. Dat geldt nog te meer omdat Reaal zelf als partij in het geheel geen enkele actie heeft ondernomen om tot re-integratie te komen (vgl. ECLI:NL:PHR:BY2586 noot mr. Spier).

Reaal en BSA hebben daarbij de stellingen zodanig geformuleerd dat we niet in de casus zelf zijn getreden. Dat is ook ter zitting nog uitdrukkelijk aan de orde geweest. Beide partijen hebben gevraagd om een algemene uitspraak, die maatgevend zou zijn voor alle zaken. Met zo’n uitspraak zouden we de individuele gevallen wel in minnelijk overleg kunnen oplossen.

De rechter heeft daaraan blijkens de beschikking geen boodschap gehad en is ook niet ingegaan op de principiële stelling dat de UWV beslissing een volstrekt ander toetsingskader heeft.

NB: in de procedure was ook nog de brief van de minister waarin de wijziging van de sanctiebepalingen werd aangekondigd (2e spoor blijkt meestal alleen ingezet te worden enkel om een loonsanctie te voorkomen en dus niet om re-integratie te realiseren. Dit wordt dus veranderd) overgelegd. (brief Minister van SZW van 21 april 2016, Kamerstukken 2015/2016; 29544, nr. 717).

De rechter oordeelt dat de loonsanctie een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft en dat er in de civiele procedure moet worden uitgegaan dat het UWV terecht een loonsanctie heeft opgelegd.

De rechter motiveert dat verder: ‘’ immers er is in het geheel niet gesteld en onderbouwd dat de werkgever er niets aan kon doen dat zij moest doorgaan met het doorbetalen van loon gedurende het 3e loonsanctie jaar. Op grond daarvan is het causaal verband tussen de betaling van het loon en het ongeval doorbroken.”

Met andere woorden: in de ogen van deze rechter geldt dat als er een loonsanctie is, er a priori redenen zijn om aan te nemen dat de causaliteit is doorbroken (en is er dus geen regresrecht), tenzij de werkgever met goede argumenten komt waarom hij er niets aan kon doen dat hij moest doorbetalen.

Met deze beschikking is de rechter mijns inziens dan ook in zekere zin volledig voorbij gegaan aan de strekking van hetgeen door Reaal en BSA gezamenlijk is gevraagd.

Los daarvan levert deze beschikking geen echte inhoudelijke norm op. We blijven nog steeds zitten dat het enkele feit dat als er een loonsanctie is dit niet betekent dat de verzekeraar dus nooit hoeft te betalen, maar dat de werkgever de mogelijkheid heeft om zich aan de hand van de situatie van het geval te disculperen. De discussie per dossier blijft hiermee dus bestaan, terwijl er geen norm is hoe die disculpatie er dan inhoudelijk moet uitzien en wat daarvan de gevolgen zijn (helemaal niet betalen of betalen voor zover niet schadebeperking is opgetreden).

De discussie over de gevolgen van de loonsanctie voor het loonregres is dan ook nog lang niet afgelopen, maar gaat onverdroten voort. Wellicht niet in deze zaak, maar dan zeker in een andere zaak. Wordt dus vervolgd.

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Download hier de beschikking

Hebt u vragen? Neem gerust contact op.