Vluchten voor de politie kan je duur komen te staan

De politie wilde een automobilist aanhouden omdat hij veel te hard reed. De man probeerde aan de politie te ontkomen door er met nog hogere snelheid vandoor te gaan. Daarbij lapte hij alle verkeersregels aan zijn laars en reed hij op de politie-auto in. Uiteindelijk werd hij door de politie tot stilstand gedwongen. De veroordeling van zijn gevaarlijke rijgedrag door de rechter kostte hem uiteindelijk aanzienlijk meer dan de boete die hij had gekregen als hij gewoon gestopt was.
Het op de politie inrijden achtte de rechter niet bewezen. Daarom werd hij vrijgesproken voor poging tot doodslag (primair) en poging tot zware mishandeling (subsidiair). Maar omdat vaststond dat hij met zijn auto met een zeer hoge snelheid (tussen de 130 en 200 km/uur) in de richting van het politievoertuig was blijven rijden werd hij wel schuldig verklaard voor bedreiging. Verder werd het hele wetboek over hem uitgestort.
Zo kreeg hij een veroordeling voor het negeren van een stopteken van een politieambtenaar (Art. 160 lid 7 WVW 1994), voor het veroorzaken van gevaar op de weg (Art. 5 WVW 1994), voor het rijden met zeer hoge snelheid, voor het onvoldoende aanpassen van de snelheid aan het overige verkeer, voor het rijden op een rijstrook met een rood kruis en voor het met te hoge snelheid blijven rijden in de richting van politievoertuigen.
Zijn straf: een gevangenisstraf van vier maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 maanden (voor een misdrijf). Verder nog één maand hechtenis, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie maanden en een geldboete van € 250,- (voor overtredingen). Ook kan het hem civielrechtelijk nog jarenlang veel geld gaan kosten.
Schade politie-auto
Als de rijstijl van de vluchtende automobilist erg gevaarlijk is, mogen de agenten hun eigen auto gebruiken om hem daarmee te stoppen. Weliswaar wordt de schade dan feitelijk veroorzaakt door de agenten maar civielrechtelijk wordt die schade dan door de rechter toegerekend aan de vluchtende automobilist.
De vluchtende automobilist heeft tegenover de politie onrechtmatig gehandeld door een stopteken te negeren. Het gebruiken van de politieauto als geweldsmiddel was daarom gerechtvaardigd en dus volledig aan de vluchtende bestuurder te wijten (ECLI:NL:RBDHA:2020:863).
In deze zaak reed de vluchtende bestuurder in zijn eigen auto. Zijn autoverzekeraar had de schade aan de politieauto vergoed aan de politie maar wilde deze schade vervolgens verhalen op de eigen verzekerde. De rechter stond dat toe omdat deze schade het gevolg was van grove schuld van de bestuurder. In dat geval mag de verzekeraar regres nemen op zijn eigen verzekerde.
Schade aan eigen auto
Ook met de schade aan de eigen auto blijft de vluchtende bestuurder zitten ondanks dat hij all-risk verzekerd was. De verzekeraar mag zijn verzekerde dekking immers weigeren vanwege de veroorzaking door eigen schuld.
Rijdend in een gestolen voertuig
Had de vluchtende bestuurder in een gestolen voertuig gereden dan had zijn schade hetzelfde gebleven. In dat geval zou het Waarborgfonds dekking hebben moeten bieden voor de schade die aan derden werd veroorzaakt en zou deze bij uitbetaling eveneens verhaald zijn op de vluchtende bestuurder.
Overige schade waarvoor de vluchtende bestuurder opdraait
Ook voor alle overige schade die een vluchtende bestuurder tijdens zijn vluchtrit veroorzaakt (aanrijden van andere auto’s, schade aan verkeerspalen, wegdek enz.) moet hij uiteindelijk opdraaien. Dat geldt uiteraard ook voor gevallen waarin er door zijn rijgedrag aanrijdingen volgen waarbij personen letsel oplopen.
Hij zal dan moeten opdraaien voor de persoonlijke schade van de slachtoffers. Die zal eerst vergoed worden door de WAM-verzekeraar of door het Waarborgfonds. Deze zullen dit vervolgens weer verhalen op de bestuurder. Geringe schade wordt door het slachtoffer ingebracht in de strafprocedure.
Afhankelijk van het letsel kunnen die schadeposten tot in de honderdduizenden euro’s lopen. En dan is er ook nog het regresrecht van de werkgevers. Zij hebben schade opgelopen in de vorm van tijdens de arbeidsongeschiktheid doorbetaald loon, eventueel de eigen risico’s ZW en WGA en rechtspositionele uitkeringen. Dat geldt dus ook voor agenten die bij een achtervolging gewond raken.
Daarbij volgt de politie altijd het lik-op-stukbeleid van de regering. Dat betekent dat de politie altijd iedere mogelijkheid zal gebruiken om de daders ook civielrechtelijk te laten voelen dat iedereen van zijn personeel moet afblijven. Zij zullen dus altijd gaan procederen.