Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Maar wie draait er voor de schade op?

Week 45-2014

Aanbevolen: lees de uitspraak in pdf-formaat

Aan de orde is de vraag of de werknemer die tijdens zijn werk schade toebrengt aan de werkgever ten aanzien van die werkgever aansprakelijk is voor die schade.

Wat was er in dit geval aan de hand?
Een buschauffeur (hierna: werknemer) werkt zijn laatste dag in dienst van de firma Connexxion (hierna: werkgever). Werkgever heeft aan werknemer, zoals aan iedere buschauffeur, een consignatievoorraad ter beschikking gesteld. Deze voorraad bestaat uit vervoersbewijzen en wisselgeld. Werknemer heeft die dag een gebroken dienst. Tijdens zijn eerste shift neemt werknemer alleen mee wat hij nodig heeft: een lade met wisselgeld en vervoersbewijzen, maar niet het volledige consignatiebedrag. De rest van de consignatievoorraad laat hij achter in zijn kluisje op het terrein van werkgever. Na zijn eerste shift haalt werknemer de rest van de consignatievoorraad uit zijn kluis. Hij gaat naar huis, met zijn tas met daarin de volledige consignatievoorraad bij zich. Thuis telt hij het geld. Dit omdat het zijn laatste werkdag bij werkgever is en hij zijn consignatievoorraad aan het eind van die die werkdag moet inleveren.In totaal is het een bedrag van € 1.940,-.

Werknemer meldt zich voorafgaand aan zijn tweede shift in de kantine van werkgever. Deze kantine is alleen toegankelijk voor personeel van werkgever; een toegangspasje is noodzakelijk om binnen te komen. In de kantine zijn ongeveer tien collega’s van werknemer aanwezig. Werknemer zet zijn tas, met daarin de volledige consignatievoorraad, op tafel op een plek waar iedereen zijn tas zet. Werknemer drinkt koffie en bezoekt het toilet. Het toiletbezoek duurt enkele minuten. Daarna neemt werknemer zijn tas van de tafel en begint zijn tweede shift. Tijdens zijn tweede rit wil een passagier geld wisselen. Op dat moment komt werknemer erachter dat de portemonnee met daarin zijn consignatievoorraad uit zijn tas is verdwenen. Diezelfde avond wordt de portemonnee leeg teruggevonden in de bosjes bij het busstation.

Werkgever spreekt werknemer aan voor de schade, die volgens hem ontstaan is door bewuste roekeloosheid aan de kant van werknemer. Werkgever stelt dat werknemer de consignatievoorraad in zijn kluis had moeten laten of een collega had moeten vragen op zijn tas te letten toen hij naar het toilet ging. De tas onbeheerd achterlaten was de slechtste keuze die hij had kunnen maken.

Werkgever stelt ook dat buschauffeurs in het werkoverleg en met interne meldingen worden gemaand zorgvuldig om te gaan met de consignatievoorraad, en die nooit onbeheerd achter te laten.

Wat vindt de rechter?
Uit artikel 7:661 lid 1 BW volgt dat de werknemer die bij de uitvoering van zijn arbeidsovereen-komst schade toebrengt aan de werkgever jegens die werkgever niet aansprakelijk is, tenzij de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Het gaat er in dit geval dus om of er sprake is geweest van bewuste roekeloosheid aan de zijde van werknemer; van opzet is immers niets gebleken.

De rechter stelt dat voor bewust roekeloos handelen vereist is dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het voorval daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging. Toegegeven kan worden dat de handelingen van werknemer onvoorzichtig waren, maar onbegrijpelijk zijn zij niet gezien de omstandigheden en bovendien betwist hij dat werkgever structureel gewaarschuwd heeft op de wijze zoals gesteld in deze procedure. Zijn onvoorzichtig handelen impliceert dus niet dat werknemer zich daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze van zijn gedragingen en dat hem daarmee bewuste roekeloosheid kan worden verweten. De door werkgever gestelde waarschuwingen en mededelingen maken dat niet anders. De rechter oordeelt dat er geen aanleiding is om af te wijken van het wettelijk uitgangspunt. Werknemer is dus niet aansprakelijk voor de door hem toegebrachte schade aan werkgever.

Vindplaats: ECLI:NL:RBNNE:2014:4491

Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >

Op de hoogte blijven?

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de dienstverlening van BSA.