Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Dit doen wij om de website goed te laten functioneren, gebruik van de website te laten analyseren en om de gebruikerservaring te optimaliseren. U kunt deze cookies uitzetten via uw browser. Door op akkoord te klikken of door verder gebruik te maken van de website gaat u akkoord met de plaatsing van de cookies. Akkoord Meer informatie

Wat is er nog tijdelijk aan de tijdelijke regeling verhaalsrecht?

Week 39-2021

De tijdelijke regeling verhaalsrecht bestaat volgend jaar 30 jaar. Volgens Wim Meuris is het dan ook hoog tijd om deze tijdelijke regeling af te schaffen.

Bij de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek in 1992 werd voor het slachtoffer een aantal risicoaansprakelijkheden ingevoerd. Dit houdt in dat in zo’n geval geen onrechtmatigheid of schuld is vereist om toch aansprakelijk te zijn. Het pure feit dat zich heeft voorgedaan wat volgens de betreffende bepaling een aansprakelijkheidsgrond is, brengt met zich mee dat de veroorzaker volgens het recht aansprakelijk is.

De wetgever heeft toen de uitdrukkelijke keuze gemaakt om deze uitbreiding van het aansprakelijkheidsrecht naar risicoaansprakelijkheid niet ook toe te kennen aan de regresnemer.

De reden daarvoor was dat men er vanuit ging dat deze uitbreiding zou leiden tot meer regreszaken en er dus meer geprocedeerd zou gaan worden. Dit vond men een onwenselijke extra belasting voor de rechtspraktijk. Maar nog belangrijker was dat men er toen op grond van de heersende stroming in de juridische literatuur (vestzak-broekzak) vanuit ging dat de regresrechten zouden worden afgeschaft. Men heeft daarom artikel 6:197 BW ingevoerd als een tijdelijke oplossing om beïnvloeding van de discussie over het afschaffen van het regresrecht te voorkomen.

Effect

Artikel 6:197 BW houdt in dat de verhaalsrechten van de regresnemers per 1-1-1992 zijn bevroren (met uitzondering dan van de aansprakelijkheid met betrekking tot dieren). De regresnemers kunnen geen gebruik maken van de risicoaansprakelijkheid maar kunnen net als vóór 1992 alleen ageren als de tegenpartij onrechtmatig heeft gehandeld en schuld heeft. Wat het effect daarvan is blijkt uit het volgende voorbeeld:

Een man valt ’s avonds in een diep gat in het trottoir. De man kan als slachtoffer de wegbeheerder aansprakelijk stellen enkel omdat het gat er was en de stoep dus niet voldeed aan de normen die daaraan mogen worden gesteld.

De regresnemer kan alleen ageren op schuld en onrechtmatig handelen van de wegbeheerder. En slaagt daar alleen in als hij kan aantonen dat de wegbeheerder schuld heeft. Dat kan door aan te tonen dat hij wist van het gat maar er niets aan gedaan heeft. Of doordat hij had behoren te weten dat er een gat was, bijvoorbeeld omdat periodieke controles waren nagelaten waaruit dit had kunnen blijken. Het zal duidelijk zijn dat het aantonen hiervan vaak zeer moeilijk is.

Achterhaald

De tijdelijke regeling staat de regresnemer dus vaak in de weg om met succes zijn regresclaim te kunnen afwikkelen. Bovendien is de hele reden om destijds de tijdelijke regeling in te voeren weg. De discussie over afschaffing van het verhaalsrecht is dus volstrekt achterhaald. Sindsdien zijn er zelfs meerdere nieuwe regresbepalingen bijgekomen. Met andere woorden: regres is here to stay.

Die tijdelijke regeling bestaat volgend jaar inmiddels 30 jaar. Dat kun je onmogelijk nog tijdelijk noemen. Er is dan ook alle reden om die tijdelijke regeling af te schaffen. Dat kan overigens alleen via wetgeving. En dus zal het nodig zijn om medestanders te vinden om een lobby in Den Haag te starten.