Wees gewaarschuwd voor waarschuwingsborden!
Week 13-2021

Een snorfietser kwam aanrijden en naderde een plek waarop wegwerkzaamheden werden uitgevoerd. Er stond een bord dat hem verwees naar het fietspad aan de overkant. Dat bord was daar geplaatst door de aannemer die deze wegwerkzaamheden uitvoerde. De snorfietser vervolgde zijn weg volgens deze aanwijzing en reed zo in feite over het fietspad dat bedoeld was voor het in tegengestelde richting rijdende verkeer.
Daar kwam hij even later een aankomende fietser tegen. Toen zij elkaar passeerden, raakten zij elkaar en kwam de fietser ten val en liep deze ernstig letsel op. De WAM-verzekeraar van de snorfietser betaalde de schade van de fietser en vorderde deze vervolgens terug op de gemeente waaronder het fietspad en de wegwerkzaamheden vielen.
Aansprakelijkheid gemeente
Het plaatsen van de juiste bebording is een overheidstaak. In dat geval is artikel 6:171 BW niet van toepassing. De uitoefening van deze overheidstaak kan en mag niet aan particulieren worden overgedragen. Als iemand een overheidstaak uitoefent, gelden zijn maatschappelijke gedragingen als gedragingen van het betreffende overheidslichaam. Met andere woorden: niet alleen de aannemer handelde fout toen hij de bebording niet goed deed maar omdat hij namens de gemeente handelde zat ook de gemeente fout.
Verkeerde bebordering
De rechter beoordeelde de ongevalssituatie aan de hand van de criteria van het zogenaamde kelderluikarrest. Het fietspad waarop de fietser reed was een fietspad bedoeld voor eenrichtingsverkeer. Door er opeens ook tegengesteld verkeer op te laten rijden waar dit normaal niet hoort, ontstaat er een mogelijk gevaarlijke situatie. De kans op een ongeval is daarbij relatief groot en de gevolgen kunnen ernstig zijn. Het fietspad was bovendien smal, ging een heuveltje op en had aan weerszijden bomen die het zicht belemmerden.
Op grond van de kelderluikcriteria had een verkeersbord vanuit de rijrichting van de fietser erop moeten wijzen dat er (tijdelijk) tegemoetkomend verkeer te verwachten was. Dit waarschuwingsbord ontbrak. Ook ontbrak er een verkeersbord dat direct na de wegwerkzaamheden het fietsverkeer terugverwees naar het eigen fietspad. Omdat de aannemer en de gemeente stelden dat het bezwaarlijk was om aanvullende bebording te plaatsen, hadden zowel de aannemer als de gemeente de op hen rustende zorgplicht voor de veiligheid geschonden.
De aannemer en de gemeente waren dan ook beiden hoofdelijk aansprakelijk.