Weet wie er in je Whatsappgroep zit!
Week 11-2021

Door een Whatsappgroep aan te maken waarin ook klanten van je ex-werkgever zijn opgenomen, kun je de contractuele geheimhoudingsplicht al schenden en een boete verschuldigd zijn.
Een commercieel medewerker kreeg een burn-out. De werkgever en de werknemer sloten een regeling om de dienstbetrekking te beëindigen. Daarin werd ook vastgelegd dat een geheimhoudingsplicht – die al in de schriftelijke arbeidsovereenkomst stond – van kracht zou blijven. Met een boete van € 25.000,- bij schending daarvan.
De werkgever legde geruime tijd later de werknemer deze boete op omdat hij een Whatsappgroep had aangemaakt. Deelnemers aan die Whatsappgroep – waaronder ook klanten van zijn ex-werkgever – konden elkaars telefoonnummers zien. Van een aantal groepsleden waren ook profielafbeeldingen, profielnamen of profielbeschrijvingen zichtbaar. Op basis van deze informatie kon voor een deel van de deelnemers worden vastgesteld dat het om medewerkers binnen de land- en tuinbouw ging, op welk gebied de ex-werkgever ook werkzaam was. Op internet of door het leggen van telefonisch contact konden daarmee zonder veel moeite ook de identiteit, de werkzaamheden en de onderneming van de deelnemers worden achterhaald.
Het Hof oordeel dat hierdoor vertrouwelijke bedrijfsinformatie aan de groepsleden ter beschikking was gesteld. Dat ook de privécontacten van de werknemer en zijn nieuwe collega’s aan de groep waren toegevoegd, deed daaraan niets af.
Uit de tekst van het boetebeding volgde volgens het Hof dat het geheimhoudingsbeding ook gold voor gevallen waarin geen opzet of een bepaalde mate van schuld aan de orde was. Dat de werknemer de groep per ongeluk had aangemaakt, sneed daarom geen hout voor zover het ging om de beoordeling van de vraag of de werknemer zijn geheimhoudingsverplichting had geschonden. De ex-werknemer was dus een boete verschuldigd.
Dat hij de groep per ongeluk had aangemaakt, was wel relevant voor de vraag of de overeengekomen boete moest worden gematigd. Die bevoegdheid had de rechter op grond van artikel 6:94, eerste lid BW.
De aangemaakte Whatsappgroep telde ruim 130 deelnemers, waaronder de privécontacten van de werknemer, zijn nieuwe collega’s en zijn voormalige collega’s. Klaarblijkelijk was van alle contacten die in zijn iPhone waren opgenomen één groep gemaakt. Dit moest wel een vergissing zijn geweest. Afgezien van de ongerijmdheid dat privé- en zakelijke contacten in één groep waren opgenomen, ligt het niet voor de hand dat de man ook ex-collega’s in de groep wilde opnemen. Alleen al niet omdat de ex-werkgever daardoor kon ontdekken dat hij de groep had aangemaakt (wat ook is gebeurd).
De werknemer had bovendien op de eerste dag van zijn nieuwe baan een iPhone van zijn werk gekregen. Terwijl hij tot dan toe uitsluitend telefoons met Androidprogrammatuur had gebruikt. Het was volgens de rechter aannemelijk dat de man geen ervaring had met dit nieuwe type telefoon en dat een bedieningsfout voor de hand lag. Een fout die in hoge mate verontschuldigbaar was.
Daarom verlaagde het Hof de boet tot € 1.000,- waarbij het Hof ook in aanmerking nam dat de afgesproken boete het tienvoudige benaderde van het maandloon van de ex-werknemer. Ook was het ondanks het verloop van een periode van vijf jaar na het aanmaken van de Whatsappgroep niet gebleken dat de werkgever daardoor werkelijke schade had geleden.
Weten wat BSA voor u kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op >